Eindrapport tuinstraten

Project Tuinststraten

(Burgerbegroting, district Antwerpen)

http://www.passages-ivm.com/sites/default/files/styles/960-576-crop/public/diapo/axonometrie_kleber1.jpg?itok=5QtQ1okp

Eindrapport

OPDRACHTGEVER

District Antwerpen

Projectleider ANTWERPEN AAN ’T WOORD VZW

  1. Inleiding

Heel veel inwoners van het district Antwerpen dromen van een groener district. Maar hoe ziet een groener district er uit? Hoe zien de straten er uit? Gaat het enkel over gevelgroen? Of ook over bomen, struiken, natuur? Worden er ook groenten of sierplanten gekweekt in straten? Wie onderhoudt al het groen? Zijn straten dan ook autoluwer? Hoe verplaatsen we ons in groenere straten?

Je kan over ‘een groen district’ nadenken, filosoferen, dromen, discussiëren, nieuwe ideeën brainstormen, … Maar in navolging van het Toekomststraat-experiment in 2016 wilden we eens iets anders uitproberen. Concrete ‘Tuinstraat’ experimenten uitzetten en uittesten in een aantal Antwerpse straten. Meer al doende, ‘ervaringsgericht’ leren over het vergroenen van het district Antwerpen. 

Begin 2017 willen we diverse straten in het district Antwerpen contacteren. We vragen hen welke dromen ze hebben mbt het vergroenen van hun straat en of ze die eens zouden willen uittesten samen met hun straat.  Niet alleen dromen, maar ook samen de groene toekomst van de stad experimenteren! Ervaren hoe we anders onze straat kunnen beheren. Wat werkt? Wat werkt niet? Gedurende een paar weken proeven en ervaren ‘Tuinstraten’ hoe in de groene stad van de toekomst wordt geleefd. De straat als een laboratorium voor de groene stad van de toekomst.

Achteraf onderzoeken we samen met bewoners en bestuur of en hoe we van tijdelijk experiment naar structurele maatregelen kunnen gaan.

Dit vernieuwend participatie-initiatief kon enkel mogelijk gemaakt worden dankzij de inwoners van het district Antwerpen en de Burgerbegroting. En dankzij de medewerking van heel veel partners. In het eindrapport staat een korte beschrijving van het project, de beoogde resultaten, timing, … 

2. Verloop van het project

2.1 Projectopstart 

We brachten diverse partners samen om het project te definiëren (zie ook http://www.toekomststraat.be/blog-horizon/2016/2/9/kick-off-toekomststraten-burgerbegroting-district-antwerpen). Heel belangrijk waren onder meer Buurtregie, dienst Stadsontwikkeling (‘Groenplan’), Groendienst, politie, jeugddienst, Natuurpunt, Ecohuis, … Samen werd het concept ‘Tuinstraat’ verfijnd, de aanpak, planning en timing vastgelegd.  Om ons te ondersteunen: zowel qua design als logistiek hebben we partners gezocht. We werkten samen met architecte Sarah Goossens en interim werkkracht Jochen Van den Eynde.

Daarnaast hebben we een aantal kandidaten gecontacteerd. 

Via de website www.toekomststraat.be kon iedereen het ganse project volgen. Ook via facebook (facebookgroep ‘Antwerpse Tuinstraten’) en twitter werd regelmatig over het project gecommuniceerd. 

C:\Users\koenw\AppData\Local\Microsoft\Windows\INetCache\Content.Word\2017-02-28 14.37.00.jpg

2.2 Rekrutering van 3 straten

De volgende stap was het vinden van de juiste straten. In samenspraak met de werkgroep lanceerden we een open oproep; http://www.toekomststraat.be/blog-horizon/2017/3/10/gezocht-antwerpenaren-met-goesting-om-straat-om-te-bouwen-tot-een-tuinstraat. Die oproep werd door alle partners mee verspreid (Stadsmakers, Ecohuis, district, …). De oproep ging viraal op sociale media, werd opgepikt door de Antwerpse pers. 

De respons was overweldigend: maar liefst 90 straten hebben zich aangemeld. Hierdoor hebben we onze rekruteringsstrategie aangepast, opnieuw in samenspraak met de partners (via mail, persoonlijk overleg, telefoon). Doel was om naast het traject van drie straten die extra aandacht en ondersteuning krijgen een collectief traject op te zetten zodat alle straten een ondersteuning kunnen genieten. We hoopten op die manier ook een beweging tot stand te brengen. 

Er werd een vragenlijst opgesteld: http://www.toekomststraat.be/blog-horizon/2017/3/30/kandidaat-tuinstraten-vragenlijst 

Er werd een info- en overlegmoment georganiseerd. Unieke hieraan was dat de straten zelf mee de selectiecriteria konden bepalen, incl. de ‘weging’ van de prioriteiten. In samenspraak met de consulent openbaar domein van het district werden op basis van deze criteria uiteindelijk 3 straten geselecteerd. 

Een overleg met de werkgroep ging door op vrijdag 21 april 2017.

2.3 Een ondersteuningstraject op maat voor elke straat

We opteerden voor een individueel ondersteuningstraject op maat van elke straat. Er werden op voorhand geen inhoudelijke voorstellen gedaan. Er werden slechts bepaalde, specifieke voorwaarden opgelegd: het was vooral belangrijk dat ze betrokken waren, dat ze open stonden voor nieuwe, andere mensen en ideeën. 

Per straat planden we drie workshops; verkennende, ontwerpworkshop en een feedbackworkshop om het voorontwerp te ‘finaliseren’.

Aan het eind van het voorjaar werd de formele aanvraagprocedure opgestart. Die werd nog met enkele diensten besproken.

Na diverse overlegmomenten kwamen de straten tot een plan van aanpak, planning/timing van een enkele straatactiviteiten, incl. inrichtingsplan van de straat. 

2.4 Een collectief ondersteuningstraject 

Omdat er zoveel vraag en interesse was hebben we in het voorjaar beslist om ook collectief ondersteuning te bieden. Er werden 5 collectieve momenten voorzien:

De opkomst was na de selectie van de drie straten altijd laag.

C:\Users\koenw\AppData\Local\Microsoft\Windows\INetCache\Content.Word\2017-04-24 20.19.36.jpg

2.4 Opstart Tuinstraten

In de maanden juli en augustus werken de drie straten aan de voorbereidingen van hun Tuinstraat: doelstellingen, logistiek, communicatie en organisatie. Logistiek werden de straten ondersteund door Antwerpen aan’t woord. Er werd kunstgras ter beschikking gesteld, paletten, plantenbakken, allerhande materiaal, planten, … Bij de opstart werd een vrachtwagen/chauffeur voorzien om het nodige materiaal ter plaatse te krijgen. Begin augustus waren de drie Tuinstraten effectief opgestart, voor 4 tot 6 weken.

foto van Koen Wynants.

2.5 Samen experimenteren

Vanaf de nazomer konden de straten samen experimenteren. Een aantal vergroeningsacties waren tijdelijk, andere waren permanent. De gevels werden aangepakt, er was allerhande straatmeubilair, een overdekte fietsenstalling met groendak, een bar, petanquebanen,… Het feit dat de straten deels afgesloten werden voor alle verkeer en volledig door de bewoners groen ingericht werden, creëerde vanaf het begin een bijzondere sfeer. Niet alleen in de straten zelf, ook bij de omliggende straten en andere buurtbewoners. Dit jaar zijn er gaan klachten binnen gekomen van buren of buurtgenoten. Af en toe was er overlast. In de Nottebohmstraat werden geveltuinen in aanvangfase vernield. De Pieter Genardstraat had heel veel aantrekkingskracht bij kinderen uit de buurt.  De buren hebben zelf ingegrepen; ze zijn activiteiten gaan organiseren op pleintjes in de buurt. 

Over het verminderd aantal parkeerplaatsen zijn geen klachten gekomen. De Pieter Genardstraat had zelf de buurtparkings in kaart gebracht en gecommuniceerd aan de buren. 

Niet alle activiteiten en niet alle infrastructuur werd op voorhand gepland. Er mocht ook van alles spontaan gebeuren. 

Tijdens de Tuinstraatperiode stonden we paraat om te ondersteunen waar en wanneer nodig. Elke straat kreeg een overzicht wat te doen in noodgevallen (‘Eerste hulp bij Tuinstraten’).  

2.6 Fietstocht langs Tuinstraten, Toekomststraten, 10 zomerdagen (‘living streetlabs’)

Eind augustus organiseren we samen met het district een fietstocht voor geïnteresseerde beleidsmakers, medewerkers van de stad, district, journalisten, organisaties, … Het was niet alleen een manier om geïnteresseerden te informeren, maar ook om over het vernieuwende participatie-experiment van gedachten te wisselen, incl. de mogelijke doorwerking na het experiment.

Elke Tuinstraat werd feestelijk afgesloten. De straten werden ondersteund bij afbraak en opkuis.

2.7 Evaluatie en doorwerking

Hoe hebben de bewoners dit ervaren? Wat was een succes en wat niet? Wat leren we hieruit voor de verdere toekomst van deze 3 straten? En kunnen we hieruit iets leren voor andere straten, diensten, organisaties, beleidsmakers, …? Om dit te weten te komen hebben we de afgelopen weken een evaluatie gedaan i.s.m. de drie Tuinstraten. 

Zoals de overige delen van het project was ook de evaluatie maatwerk per straat. We hebben aan elke straat gevraagd hoe we hen kunnen ondersteunen bij de evaluatie. We boden een standaard vragenlijst aan, eentje voor alle bewoners ((https://goo.gl/forms/5UCZjYR1kfNmRLGt2), eentje voor de straat als geheel (https://goo.gl/forms/on8YBXtcevcdEbvm2). 

De Pieter Génardstraat heeft zelf een deur aan deur bevraging gedaan a.d.h.v. een heel eenvoudige vragenlijst die ze zelf gemaakt hebben op basis van onze standaard vragenlijst. Die gegevens hebben ze zelf verwerkt, besproken met de trekkers en vervolgens aan ons bezorgd. 

In de Pretstraat en de Nottebohmstraat hebben ze adhv de online vragenlijst een gesprek gedaan onder de trekkers.

We brachten de trekkers van de drie straten samen op 15 november voor een eenvoudig rondetafelgesprek. Dit gesprek vormt een belangrijke bron voor evaluatieverslag (zie bijlage). Op 13 december deden we nog een open workshop met academici, andere actieve burgers, ambtenaren en politici om te reflecteren over een betere samenwerking tussen burger en overheid. 

Het Tuinstraat experiment werkte op vele vlakken en bij vele mensen en instanties door in de stad. Ten eerste in de straten zelf. Alle straten gaven aan dat ze ook de komende jaren verder willen bouwen aan een groenere straat. 

Ook andere districten en organisaties gaan op een gelijkaardige manier experimenteren. Het district Borgerhout ondersteunt ook de organisatie van Tuinstraten in haar district. De stad Antwerpen heeft in 2017 beslist dat er 5 permanente Tuinstraten komen. Stadsmakers gaat onderzoeken of het mee opgenomen kan worden in hun aanbod.

De aanpak van de experimentele Tuinstraten dient als referentie qua participatieproces. Het project werd ook elders in Vlaanderen opgepikt; https://vimeo.com/245177504?ref=fb-share 

2.8 Financiële eindrapportage

Het grootste deel van de praktische uitwerking is door Antwerpen aan’t woord zelf gebeurd. Zoals opgenomen in het voorstel werd met een onderaannemer samen gewerkt (architect). Het logistieke gedeelte werd uiteindelijk ook door onszelf uitgevoerd en niet door een onderaannemer. Dat verklaart de verschuiving in vergelijking met de begroting. 

Het budget werd ingezet voor personeelskosten voor: opstart, begeleiding, logistiek, evaluatie, ….

Volgende medewerkers zijn actief geweest binnen het project: 

  • Koen Wynants; projectleider
  • Jochen Vandeneynde: projectmedewerker
  • Sarie Van der Aa: projectmedewerker
  • Marijke Smeets: projectmedewerker

Daarnaast werd het budget ingezet voor materiaal, elke straat kreeg een budget van 500 euro. 

3. Conclusies en aanbevelingen

Het concept Tuinstraten was een thematische variant op het project ‘Toekomststraten’. Er werd een bepaald groen toekomstbeeld vooropgesteld. Dat beeld werd gericht verspreid (o.a. via Stadsmakers en Ecohuis). Dat bracht veel straten in beweging. Veel meer dan voor het project ‘Toekomststraat’. We stellen voor om rond alle mogelijk thema’s gelijkaardige ‘living street labs’ op te zetten: sport, fietsen, zorg, vergroening, verblauwing,…

Dankzij de open oproep en de samenwerking met Stadsmakers, Ecohuis, … hebben we heel veel draagvlak in het district Antwerpen gevonden en in kaart gebracht. En die verbindt, motiveert, stimuleert van meet af aan. Het is de ideale strategie/match tussen top-down initiatief en bottom-up draagvlak. De stad Antwerpen heeft heel goeie netwerken met straatcomités. De vraag is of en hoe die meer ingezet kunnen worden, gedeeld kunnen worden. 

Dankzij de bevraging hebben we geleerd dat er heel veel vraag is naar allerhande vergroeningsacties, er is ook heel veel aanbod. Maar vraag en aanbod matchen nog onvoldoende. Er moet nagedacht worden welke drempels er nog zijn en hoe die weggewerkt kunnen worden. Er is een enorme bereidheid en potentieel mbt het vergroenen van de stad. Antwerpenaren willen wel degelijk hun handen vuil maken.

De open selectieprocedure waar bewoners mee de selectievoorwaarden mochten bepalen en wegen was een bijzonder succes. Er was enorm veel draagvlak voor de uiteindelijke keuze. En het creëerde een boost bij de drie ‘uitverkorenen’. We denken dat deze aanpak door het district en de stad overgenomen kan worden, bijvoorbeeld bij de selectie van permanente Tuinstraten, allerhande projecten. Meestal bepaalt de stad altijd de randvoorwaarden vooraleer ze naar burgers stappen. We hebben aangetoond dat het anders kan; samen randvoorwaarden bepalen, samen een project definiëren, …. 

Collectief alle straten ondersteunen via regelmatige bijeenkomsten heeft niet gewerkt. Dit vergt wellicht een heel intensieve, actieve aanpak. Tijdens de evaluatie werd voorgesteld om op termijn een soort handleiding te maken. 

Dergelijke leer-experimenten vergen veel tijd: tijdsduur (bvb. 1.5 jaar), tijdsinvestering van coaches, leren op zich vergt ook tijd. Specifiek voor Tuinstraten, zou de planning/timing beter een half jaar opgeschoven worden, starten in het najaar met de voorbereidingen zodat je in het voorjaar op straat kan starten. 

Dergelijke, tijdelijke, kleinschalige, co-creatieve experimenten zijn broodnodig in Antwerpen: prikkelt, verbindt, leert, … De stad/district kan dergelijke experimenten, aanpak ook opzetten om nieuw beleid te testen, te evalueren, nieuwe verbindingen te maken, …

Respecteren van het eigen ritme van projecten met bewoners kan het succes ervan bepalen: sommige stappen hebben snelheid nodig (bvb. erin vliegen en enthousiasme creëren), andere stappen hebben veel tijd nodig (bvb. draagvlak opbouwen)

Intensieve coaching, procesbegeleiding en ondersteuning voor bewoners is essentieel, in alle fasen van het proces, voor heel uiteenlopende zaken (procesmatig, inhoudelijk, logistiek, financieel, netwerken,…).

Op het terrein zelf is de stad nauwelijks aanwezig of zichtbaar aanwezig. Er is een kloof tussen burgers en de stad/district. Burgers weten niet waarvoor ze bij wie terecht kunnen en moeten. Er is ook niet iemand aanwezig die centraal aanspreekpunt is, die dispatcht naar diverse diensten, die opvolgt. 

Burgers zijn bereid en kunnen een sterke verantwoordelijkheid opnemen mbt het beheer van hun straat. Op voorwaarde dat ze er niet alleen voor staan, dat ze weten wat ze mogen verwachten qua ondersteuning, dat ze ruimte en tijd krijgen om te experimenteren, … Om het gemeenschappelijk belang te identificeren staan ze open en zijn ze bereid om tijd te investeren. 

Bewoners van de experimentenzone zijn de belangrijkste actoren voor de realisatie van een straatproject. Zij geven en nemen het meeste aan het project. Het experiment zou falen zonder deze persoonlijke energie. 

Een benadering op wijkniveau en betrekken van andere buurtbewoners kan ook concrete antwoorden geven op vragen vanuit de straat. bvb. buurtparkings, verantwoordelijkheid voor kinderen…

Creëren van draagvlak is één van de belangrijkste aspecten in de aanloop naar een experiment. Het draagvlak onderhouden mag daarbij niet onderschat worden

We moeten naar een nieuw soort geïntegreerd ‘Tuinstraatcontract’ (cf. Buurtcontract)  werken waar alle vergroeningsopties in een volledige straat als geheel worden benaderd en waar het beheer een gedeelde verantwoordelijkheid  wordt tussen de bewoners en de stad: boomspiegels, geveltuinen, bomen, groenslingers, groene fietsenstallingen, … Er zijn heel veel kleine groene ingrepen mogelijk, verschilt van straat tot straat. Zo’n ‘Tuinstraatcontract’ is op maat van elke straat.

%d bloggers liken dit: